K.

“Godver! Van wie heeft dat kind vloeken geleerd?”, placht mijn grootvader soms te roepen. De man was een echte cokessnuiver, een werkman die werkte op de oude fabriek in Sluiskil. Het was een zachtaardige man, die zijn eigen onmacht op momenten volledig toeschreef aan de Schepper en hem daarop in krachtige bewoordingen terecht wees. Hij werd 59 jaar en overleed na een lang ziekbed en een evenlange litanie aan verwensingen. De man had in zijn werkzame leven zoveel polycyclische aromatische koolwaterstoffen binnengekregen dat zijn keel, slokdarm en longen veranderd waren in een dodelijke teerbaan.
De ziekte K trad voor het eerst mijn leven binnen.

Jaren later maakte zijn zoon, mijn vader, kennis met K. Het begon met een bobbel op zijn rug. Als een ei zo groot. Bobbeltjes in zijn onderarmen. De lymfeklieren wisten de medici. Ze sloegen aan het snijden en snijden. Uiteindelijk kon de wildgroei aan cellen worden beteugeld. Hij herstelde, maar was nooit meer de oude. Na zijn pensionering keerde K weer terug. In de longen dit keer.
Van Terneuzen naar Gent van Gent naar Terneuzen, snijwerk, kuren, misselijk, ziek, erg ziek. Na maanden waren de longen schoon, althans die ene resterende, althans volgens de artsen, maar weken na die constatering moest ik afscheid nemen van pa.
Hij eindigde zijn leven als een beeld van de door hem bewonderde beeldhouwer Maillol, in een verkrampte pose op een ziekenhuisbedje.
K had weer gewonnen.

Mijn schoonvader, een tanige man van voor in de tachtig die heel zijn leven gesport had en dacht het eeuwige leven te hebben, maakte vrij onverwacht kennis met K. Pijn tussen de schouderbladen, daar had-ie plots last van. Onderzoek, uitslag, alvleesklier. Een lijdensweg van weken volgde. Pijn, pijn, pijn. Over.

Deze week zag ik in een zaal in Terneuzen filmbeelden van een man die ik tot kort voor de opname gekend had als een boom van een kerel. Het was een schim geworden door de ontzielende werking van K.

Na de bijeenkomst stak ik op weg naar de auto een sigaret op. Op dat moment schoten de woorden van een oom op een haast hoorbaar volume door mijn hoofd: “Jij bent echt een rokertje hee, je kan het gewoon niet laten.” En ik schrok…

Over van Gremberghe

Journalist en internetondernemer. Verslaggever in algemene dienst. Schrijft over Zeeland, Neder- en buitenland. Over wat wel en niet gebeurt, over reizen en soms over gewone mensen. Immer gedreven en oprecht, voor zover daar sprake van kan zijn.
Dit bericht is geplaatst in HIER ; Zeeuws-Vlaamse zaken. Bookmark de permalink.