Er is geen economische crisis. Nederland zamelt 83 miljoen euro in (bijna 2 procent van het Bruto Nationaal Produkt van Haïti) om in een bodemloze put te storten. Haïti is een mislukte staat, een land zonder functionerend staatsbestel dat de komende maanden geregeerd zal worden door honderden hulpverlenersorganisaties. Elke organisatie of instelling zal bij de hulpverlening zijn eigen doelen stellen, zijn eigen projecten van de grond tillen en of de Haïtianen als volk daarmee gediend zullen zijn, is maar de vraag.
Waarom heeft de wereld niet voor de aardbeving handelend opgetreden. De kindersterfte was voor de beving ook al 63 procent, er liepen toen in Haïti ook al meer dan een kwart miljoen AIDS-patiënten rond en zeventig procent van de mensen had toen ook al niet de beschikking over behoorlijk sanitair of zuiver drinkwater. Het analfabetisme was voor de ramp ook circa 50 procent en 54 procent van de Haïtianen moest toen ook al zien rond te komen met minder dan een dollar per dag. Alle scholen zijn vernield. Tja, maar voor de ramp beschikte 90 procent van de kinderen al niet over een school in de nabijheid.
Ik vind deze hype-hulpverlening pijnlijk hypocriet. Als het geld gedoneerd is gaat Nederland over tot de orde van de dag. Over een jaar of wat blijkt dat de grote colporteursklieken weer ettelijke miljoenen overgehouden hebben van de actie en walgt het Nederlandse volk weer van de strijkstokmentaliteit, maar brengt vervolgens weer miljoenen bijeen als er weer een ramp zich aandient in Benin of Madagascar. We zijn een raar volk. In België is zes miljoen euro aan steungeld vergaard en de Amerikanen, ja die zijn nog gekker, die moesten deze week een groep van twaalf militaire hulpverleners onder leiding van een dyslectische kolonel terug laten komen uit Tahiti. Die hadden zich – en de Polynesische krant PF Presse berichtte erover – zich vergist in de bestemming.