Johan Robesin van de Partij voor Zeeland, prominent anti-ontpolderaar in het Zeeuwse en daarbuiten, gelooft er niet meer in. Hij staakt zijn verzet tegen de voorgenomen ontpoldering van de Hedwigepolder, zo meldde het Zeeuwse Halfformaat en een handvol andere media de voorbije week. Robesin zal nog één keer zijn stem verheffen in de statenzaal tegen het finale ontpolderingsbesluit van kabinet Rutte 2, maar dan is het over en uit. Is de pap gestort en wordt er een punt gezet achter de jarenlange strijd, die hem tot in het Haagse Torentje bracht.
Jehan heeft het gehad. En dat is voor het anti-ontpolderingscomité van Magda de Feijter en de haren toch een flinke tegenvaller. De belangrijkste politieke medestander haakt af. Gerry de Cloedt komt zo aardig alleen te staan in zijn verzet tegen overheden aan weerszijden van de grens.
Moet Jehan wat verweten worden? Ik dacht het niet. De stellingname van Robesin getuigt van realiteitszin. Het tij valt gewoonweg niet meer te keren. Plan Waterdunen staat voor volgend jaar op de rol, de ontpoldering in Perkpolder-Oost ook en het kabinet wil niet meer de boer op om de Hedwigepolder te redden. Heeft verzet dan nog zin?
Weinig.
Hooguit tegen volgende ontpolderingsvoorstellen, want het ligt in de lijn der verwachtingen dat die er nog wel aan zitten te komen. In het Braakmangebied wellicht of toch langs de boorden der Westerschelde, bij de Eendracht of Hellegatpolder? Zie wat daar inmiddels aan gronden verworven is door DLG, de rijksgrondbezitter, tel een en een bij elkaar op en laat het = teken vallen. En concludeer gerust: er gaat later nog meer onder water.
En als dat het geval is of wordt, dan zal Robesin -zeker weten – weer in de pen klimmen, zijn stem weer verheffen en weermaals zich keren tegen het onttrekken van goede Zeeuwse landbouwgronden ten faveure van de nieuwe natuur of Antwerpens welbehagen.
Robesin zal het niet kunnen laten.
Hij is zo met de anti-ontpolderingsstrijd vergroeit dat hij zijn stem weer zal verheffen als er nieuwe landerijen bedreigd worden door het wellende water. Dat weet ik zeker en ik ken Johan – in verschillende hoedanigheden -voorlichter,journalist, facilitator en politicus – al jaren en in al die jaren heb ik geleerd dat Robesin een vasthoudertje is, een bijter, als het er op aankomt.
De laatste paar jaar wist Robesin en zijn partij met enige regelmaat de pers te halen met het anti-ontpolderingsstandpunt, maar er waren ook jaren (daarvoor) dat Robesin en de zijnen schreeuwende waren in een woestijn. In die tijd was het voor de anti-ontpolderaars bijkans onmogelijk om hun visie, hun mening in het Zeeuwse Halfformaat te krijgen, omdat hun brieven en perberichten vaak niet verder kwamen dan het bureel ener redacteuren. Die er gewoon niets mee begon. Johan deed er dan bij mij terecht zijn beklag over.
Maar ook onze relatie verzuurde wat. Simpelweg omdat Robesin en de zijnen volgelingen aantrokken die mij niet zo aanstonden. Lieden van de partido’s opportunista popular (POP), de Babijnen en zulks en ook nog ’s PVV’ers als De Mos. Lieden waarover ik niet altijd even welvallige blogjes schreef en waarover vervolgens Johan niet altijd even enthousiast kon zijn. Maar die dingen gebeuren.
Neemt niet weg, dat Robesin is blijven acteren tegen de voorgenomen ontpolderingen. Vol gas en soms misschien wat egotripperij. Hij en zijn partij wilden geen goede landbouwgrond offeren om de stede Antwerpen te bedienen.En eerlijk gezegd geloof ik er geen biet van dat Robesin zich daar nu bij neerlegt.
Wacht maar!
Zie inmiddels ook:
Goed stuk. De besluitvormingstrein kan nooit rijden over een spoor waar geen bielzen zoals Johan Robesin liggen.
Zoals je misschien niet gemerkt hebt ben ik al even vasthoudend en jarenlang pleitbezorger geweest en nog, voor ontpoldering. Sinds de inpoldering van de mosselbanken in de jaren ’70 ben ik altijd van mening geweest dat iets aan de Schelde teruggeven voor de hand lag. Ik had de halve gemeenteraad naast me toen ik een uitspraak probeerde te doen m.b.t. het plan Hogeschool Zeeland over Hellegat. Door ziekte ontbrak me de twee stemmen voor die ik nodig had en heb ik de zaak aangehouden. Niets van dit alles heeft ooit de pers gehaald, wel steeds de brievenrubriek en de reactiesite PZC. Wat me in dit dossier het meest tegengestaan heeft altijd is het zwartmaken door de anti-ontpolderaars van de natuurbeweging en de selectieve verontwaardiging als het gaat om het afstaan van “goede landbouwgronden”. Ook een Peter de Koeier wiens handtekening ook onder de Scheldeverdragen staat en die nu klaagt onder druk te hebben getekend irriteert me mateloos, huili-huili-huili. Tja, Johan…. Ik heb hem verschillende keren gemaild, maar hij voelde zich nooit geroepen eens te antwoorden. Wat moet je met een raadslid met 1 zetel. Jammer vond ik dat want wij hebben andere tijden gekend.
Lijsen schijft: “iets teruggeven aan de Schelde”. Teruggeven? Dat kan je alleen maar als het eerder het eigendom van iemand geweest is. Al het nu ingepolderde land is ooit van ons geweest. En door de zee van ons afgepakt. Kleine beetjes hebben we door inpolderen teruggewonnen. En dan nu weer laten afpakken?
Nog in de negentiger jaren werd West-ZeeuwsVlaanderen als Nationaal Landschap door de regering bestempeld, toen één van de drie Nationale Landschappen in Zeeland. Ontwikkelingen die het karakter niet aantasten zijn in die landschappen geoorloofd. Maar er gewoon de zee binnen laten is er mee in strijd. Polders zijn in feite cultureel erfgoed. Er is voor gevochten. Toeristen weten het polderlandschap te waarderen. Zij komen jaarlijks weer terug op de minicampings. Meelopen met de waan van de dag, is meehuilen met de wolven. Dat is Robeson volstrekt vreemd. En dat verdient steun. Het is ook onbegrijpelijk dat de huidige regeringscoalitie, die ons voorhoudt dat er bespaard moet worden, tegelijkertijd de kapitaalsvernietiging van het ontpolderen opzijschuift. Dat geld kan beter besteed worden. Eens zal jaren later een jongeling promoveren op het fenomeen hoe het in onze tijd kon gebeuren dat polders onder het zoute water van de zee werden gezet, met de ogen dicht, schaamteloos. En dat in een tijd dat de stijging van de zeespiegel de echte vijand is.
Van Gremberghes blog heeft exact gemeld hoe en waar ik in dit dossier sta. Compliment!
Reactie op het Terneuzense GL-raadslid Clijsen. Hij zou mij ooit e-mails zou hebben gestuurd, die ik niet beantwoord zou hebben. Dat wil ik bij deze rechtzetten. Clijsen heeft mij nooit internetpost gestuurd. Dat zuigt hij uit zijn groene duim! Verder adviseer ik hem om de reactie van prof. Jaap Schijve ter harte te nemen. Het zou trouwens goed zijn dat velen van zijn soort – al zijn het er gelukkig steeds minder – naar de heer Schijve zouden luisteren! Die zegt en schrijft veel achtenswaardigs m.b.t. het natuurprogramma Westerschelde.