Hij was moe
Hij had pijn
hij zocht naar verlichting,
maar wist niet hoe
dat te vinden
Zijn slokdarm was kapot
maar hij had honger
naar hoop
en wenste een potje
mossels in het zuur
Later, amper een uur
ging de telefoon
moeders in tranen
wat was dat was geweest
het einde was daar
Hij lag op het bed
als zo’n beeld van Maillol
wat verwrongen
in een ongemakkelijke pose
af te koelen
De alles ontwrichtende ziekte
had weer eens toegeslagen
onverbiddelijk en hij verliet
het benedenmaanse met de wens
voor zure mossels in zijn geest