Mijn Johnny-gevoel

Als jong jong hield ik van de wielrennerij. De tour in de tijd van Jansen was een spektakel. Ik volgde de etappes op radio en tv, ging na de rit zo snel mogelijk naar de dropplaats van de tourkrantjes (waren ze van Het Volk, ik weet het niet meer), pakte mijn bundeltje op en sloeg aan het verkopen. Meestal waren ze zo weg, alsof iedereen, maar dan ook iedereen wilde weten hoe de etappe verlopen was, wat de uitslagen waren en noem maar op.
Nee, die zomers toen.
Al die rondjes rond de kerk, in al die dorpen, met de kermis.
Nostalgie, nostalgie.

Wielrennen zat in de familie. Ome Paul was ooit een veelbelovende sterke liefhebber/nieuweling, die echter moeite had om zijn prijsgeld op te halen, aangezien dat meestal in café gebeurde en hij langer bleef hangen dan andere pedalisten. Voor hij de amateurstatus behaalde was zijn carriere op het zadel al over, maar hij bleef de koersen bezoeken en de café’s en dan ging ik als snotter mee, wat Paul kende ze wel, de Ceesjes Bal en Priem, Peter Gödde, van den Bunder en Raas…
Ome Paul zorgde er ook voor dat een hele generatie Britse coureurs in Philippine terechtkwam. Hij ontmoette die gasten in Gent op de baan en wist nog wel een kosthuis voor ze. Een deel van die jongens kwam zo bij mijn oma terecht en bleven er soms jaren. En dat beviel me wel, met Derek Leeson naar Waasmunster, Schellebelle en Torhout, met Tony Millward naar Stekene en OostEeklo, met Graham naar daar en met Terry naar ginder.
Echte sterren waren het niet, die gasten, alleen Grant Thomas wist zich regelmatig in die tijd te onderscheiden.

Hij zou ook eind jaren ’70 nog een jaartje of wat prof worden. De rest kwam ten opzichte van Jan Raas, VdBunder – de schicht van IJzendijke – Wim de Waal en al die andere gasten uit die lichting van destijds behoorlijk tekort, maar dat gaf niet. Ze reden graag mee al was het als pelotonvulling. Derek was altijd blij dat-ie een koers had uitgereden en premietje had weten te pakken. (al was het een kilo worst). Nee, dan die andere ome van me, Bertus Franse, die kleine man uit ’s Heerenhoek, die kon nog eens uitgekiend fietsen. Die wist dat-ie zijn dorpsgenoot Raas nooit kon bijbenen, die wist dat-ie geen partij was voor Bunder en De Waal. Dus bengelde Bertus altijd aan het eind van het peloton. Deed alsof ie niet meer kon, liet zich wat zakken en begon dan – onder luid gejuich van de toeschouwers – aan een inhaalrace die ‘m uiteindelijk op de meet weer een premie opleverde omdat hij zich de vechtlustigste renner getoond had, de volhouder, de doortrekker. Bertus wist als amateur van de staart meer bijeen te sprokkelen dan meer getalenteerde jongens.
Het gekke van die tijd was dat al die gasten in de tour Johnny Hoogerlanden waren. Denk nog maar ’s aan die saaie Joop Zoetemelk, de stotterende Henny en de langharig Lubberding, de Kneet, die gekke Karstens…ja.
De tour devalueerde door doping en schandalen, door magere jaren, maar vooral ook omdat de vakantie mensenlevens ging beheersen en niet dat sportevenement. Nu is er dan een oplevinkje omdat een paar jongens aardig rijden en er een door een domme automobilist het prikkeldraad in wordt geparachuteerd. Johnny Hoogerland, een coureur uit Yerseke, een echte Zeeuw, een vechter, een leeuw. Ik gun de sportman zijn roem en succes, maar na een paar dagen treedt bij mij de verzadiging al in. Ook al, omdat domme managers erg dom blijken te zijn, omdat politici Johnny zo nodig moeten gaan bellen en anders lastig te vallen, omdat programma’s gemaakt moeten worden.
Laat die gast toch gewoon fietsen.
Laat Johnny Johnny zijn.

Over van Gremberghe

Journalist en internetondernemer. Verslaggever in algemene dienst. Schrijft over Zeeland, Neder- en buitenland. Over wat wel en niet gebeurt, over reizen en soms over gewone mensen. Immer gedreven en oprecht, voor zover daar sprake van kan zijn.
Dit bericht is geplaatst in DAAR : Zeeuwse zaken, HIER ; Zeeuws-Vlaamse zaken met de tags , , , , , . Bookmark de permalink.

2 reacties op Mijn Johnny-gevoel

  1. Jaap van Peperstraten schreef:

    @Arno wat en prachtig filmpje. Johnny is wel helemaal vercommercialiseerd. Vanuit mijn jeugd herinner ik mij enkel coureurs die in zo’n situatie de straatstenen eruit gevloekt zouden hebben. De tijden zijn inderdaad veranderd.

Reacties zijn gesloten.