Het leed dat ruimen heet


Klikt u op de foto’s om ze te vergroten.

Ik houd van kerkhoven, van begraafplaatsen.
Overal waar ik mocht rondwaren op deze bol bezocht ik de laatste rustplaatsen van mensen. Van Malta tot Rapa Nui, van Philippine tot Whakarewarewa. Waarom? Niet uit een soort van gothic-beleving, nee zeker niet, ik ben ook geen grafkijker, ga niet op zoek naar specifieke graven of zuilen. Nee, ik houd van de rust, de vaak idyllische plekken, de schoonheid en vergankelijkheid. Op een kerkhof komt voor mij vaak het verleden tot leven al zijn de mensen van toen allang vergaan. Je ziet familieverbanden in steen, lief en leed en gebeurtenissen voltrekken. leven en dood zijn nergens zo dicht bijeen als op begraafplaatsen.

Hoe culturen met de dood omgaan is soms uitermate interessant, leerzaam. Op Paaseiland ging de voorouderverering zo ver dat het volk er bijkans aan ten onder ging. Waren de grafstenen ooit metershoge beelden nu beperken de eilanders zicvh tot kleinere stenen. Zie de uitbundigheid in Spanje,. Mexico of Malta. De doden worden daar bijgezet in monumenten, mausolea of protserige praalgraven. Loop in de vroege ochtend op de enorme Necropolis in Glasgow en zie hoe zwervers hun (vervuilde) onderkomens voor de nacht bij de doden verlaten. Bezoek de prachtige kloosterrestanten van Glendalough en Clonmacnoise in Ierland en loop tussen de verweerde graven en Keltische kruisen. Zie hoe de Maori’s hun doden bovengronds begraven, omdat de grond leeft.
Nederland is een van de weinige landen waar begraafplaatsen verre van heilig zijn. Omwille van gebrek aan ruimte is cremeren hier al veel langer gangbaar dan in andere landen. Graven nemen slechts ruimte in beslag dus wat gebeurt er, met enige regelmaat moeten er graven worden geruimd. En bij elke grafruiming ontstaan er problemen. Ingegeven door emotie vaak en begrijpelijk, soms ook omdat overheden ietwat makkelijk een ruimteprobleem denken te moeten oplossen.
Dezer dagen speelt er een grafruiming in Terneuzen.
Een groep nabestaanden heeft grote moeite met de wijze waarop de gemeente deze kwestie meent te moeten afhandelen. Een rechtszaak dreigt. Voor wie het interesseert volgt hieronder een briefwisseling tussen de groep en de gemeente.
Geacht college,
Bij deze willen wij reageren op het bekendmaken van een wijzigings voorstel op het raadsbesluit van 27 januari 2011 m.b.t het ruimen van graven in de gemeente Terneuzen. Tot nu toe is er van de kant van de bezwaarmakers terughoudend gereageerd. We wilden eerst goed in beeld krijgen wat voor uitwerking het voorstel heeft voor concrete situaties.
Nu we de gevolgen redelijk kunnen overzien, reageren wij als volgt.
1. Verkeerd besluit.
Zoals in ons bezwaarschrift is verwoord, gaan wij er vanuit dat voor het onderhavige besluit geen z.g.
beleidsbesluit genomen had mogen worden, maar een besluit conform de Algemene Wet
Bestuursrecht (AWB). Waarom wij menen dat er ten onrechte een raadsbesluit is genomen
waartegen geen bezwaar mogelijk is, hebben wij in ons bezwaarschrift duidelijk gemaakt en op de
hoorzitting nader toegelicht. Wij blijven dan ook van mening dat wij een ontvankelijk bezwaarschrift
hebben ingediend.
2. Primair bezwaar.
In ons bezwaarschrift hebben wij als hoofdbezwaar onder de alinea overgangsbeleid naar voren gebracht, dat het ruimen van graven van overledenen die begraven zijn in de verwachting dat hun graf nooit geruimd zou worden, niet door een gemeenteraadsbesluit teniet kan worden gedaan. Nu we inmiddels meer als een half jaar doende zijn met de materie willen we nog sterker uitdrukking
geven aan de rechten van nabestaanden en reeds overledenen door deze duidelijk onder uw aandacht te brengen.
Het is en was niet alleen een verwachting van de burgers, het was beleid maar ook gebruik binnen onze gemeente, dat graven ten eeuwige dage in stand werden gehouden. Alleen bij uitzonderlijke situaties, als stadsuitbreiding of wegenaanleg, werden er op reeds gesloten begraafplaatsen graven geruimd. In de kern van Terneuzen heeft dit in de naoorlogse periode twee
keer plaats gevonden. We hebben hier immers te maken met een recht wat zo verankerd was en is in de samenleving, dat
het daardoor niet beschreven is. In het bijzonder in Zeeuws Vlaanderen, waar het gegeven dat er ruimtegebrek zou zijn totaal buiten de orde is.
Met andere woorden, de intrinsieke functie van een begraafplaats en de daarop liggende graven is, dat deze tot in een lengte van jaren blijft behouden. Je zou in modernere termen kunnen zeggen, dat de instandhouding van graven voor onbepaalde tijd
is. Het in gebruik nemen van een graf en het plaatsen van een monument is en was voor onbepaalde tijd en niet afhankelijk van het gegeven dat de grafrechten na 10 jaar zouden verlopen. Er was en is geen enkele oorzakelijk verband tussen de tijdelijkheid van het grafrecht en de
instandhoudingstermijn van de graven.
De vermeende eigen keuze van burgers om met het begraven in een algemeen graf, te kiezen voor
een graf wat na 10 jaar geruimd zou worden is nooit aan de orde geweest. Ook de
begrafenisondernemers in de gemeente Terneuzen hebben nabestaanden bij het maken van de
keuze voor een algemeen of een particulier graf niet als afweging meegegeven dat een algemeen graf
na 10 jaar geruimd zou worden.
Daarom kan er van ruiming van een algemeen graf zoals omschreven in het voorstel, pas sprake zijn , nadat burgers op de hoogte zijn gebracht van de geldende voorwaarden zoals het ruimen na 10 jaar. De begrafenisondernemer kan hierin een belangrijke rol vervullen en nabestaanden wijzen op deze voorwaarden.
3. De praktijk in de gemeente.
Dat het in het nabije verleden ( 70 er – 80-er jaren ) gemeentelijk beleid was om nooit graven te ruimen blijkt ook uit het volgende: In Axel dreigde de begraafplaats vol te raken, waarna de toenmalige gemeente Axel een nieuwe begraafplaats inrichtte aan de Westsingel; De oude begraafplaats in Hoek was vol en de gemeente Terneuzen richtte de huidige nieuwe begraafplaats in.
2 Brief aan college vann B&W, 18 augustus 2011
Puur zakelijk gezegd:
Met het besluit tot ruimen, zegt de gemeente Terneuzen eenzijdig de overeenkomst op van grafrechten voor onbepaalde tijd, gesloten tussen rechthebbenden (dus ook reeds overledenen) en gemeente Terneuzen. Hiermee wordt eenzijdig de onbepaalde tijd vervangen door bepaalde tijd 10 jaar: de termijn van het aflopen van het grafrecht. Vervolgens heeft de gemeente dit besluit genomen in een raadsbesluit besluit waartegen geen bezwaar mogelijk is.
Wij hebben er vertrouwen in dat de hedendaagse wetgeving zodanig is ingericht, dat besluiten welke
belanghebbenden zo in hun belangen raakt als het onderhavige, altijd moet openstaan om hier
bezwaar tegen te kunnen maken.
Het zou toch van de gekke zijn, dat de monumentale beukenboom, staande op de oude begraafplaats
in Hoek, meer rechtsbescherming zou genieten dan de graven welke er op deze begraafplaats liggen.
In een besluit volgens de procedures van de AWB is de inspraak gewaarborgd, moet een deugdelijk
motivatie geleverd worden en wordt een belangenafweging gemaakt.
In dit dossier zou dan de belangen (lees rechten) van rechthebbenden, maar ook van reeds
overledenen, worden afgewogen tegen het algemeen belang.
Wij menen met deze uitleg nogmaals duidelijk te maken, dat dit besluit nooit in een raadsbesluit had
mogen worden genomen waar geen bezwaar tegen mogelijk is. (zie punt 1)
U kunt begrijpen dat wanneer de gemeenteraad zou besluiten om het bezwaarschrift ongegrond te
verklaren, wij om een uitspraak in beroep gaan vragen.
4. Verlopen grafrechten.
De gemeente gaat er vanuit en dit heeft zij aan de bevolking gepubliceerd, dat er in de gemeente ongeveer 7.000 graven met verlopen grafrechten zijn. In eerste instantie gingen wij er vanuit dat dit de juiste informatie was. Echter voortschrijdend inzicht en het ter hand nemen van de Wet op de lijk bezorging blijkt een ander standpunt ten aanzien van het verlopen van grafrechten op te leveren. Uit de Wet op de lijkbezorging volgt dat grafrechten slechts verlopen zijn, wanneer de gemeente aan de in de wet opgenomen verplichtingen voldoet. Deze verplichtingen zijn als volgt: Algemene graven.
Onderstaand vindt u artikel 27a uit de Wet op de lijkbezorging waarin is aangegeven, dat de gemeente conform de hier beschreven procedure, aan de haar bekende belanghebbenden een schriftelijke mededeling moet doen dat het grafrecht gaat verlopen.
Artikel 27a
Ten minste zes maanden en ten hoogste twaalf maanden voor het verstrijken van de termijn van uitgifte van een algemeen graf doet de houder van de begraafplaats daarvan schriftelijk mededeling aan de belanghebbende bij dat graf wiens adres hem bekend is.
Naar aanleiding hiervan reageren wij als volgt: Een kleine peiling leert, dat belanghebbenden van algemene graven geen schriftelijke mededeling hebben gekregen als hier bedoeld. Hierdoor is door de gemeente niet voldaan aan de verplichting van
een schriftelijke mededeling; Voor zover er bij een betrokken graf geen belanghebbende bekend is, dient de gemeente voldoende
inspanning te verrichten om gegevens van belanghebbenden te achterhalen. Bijvoorbeeld een aankondiging in het publicatieblad, het ophangen van een lijst op de begraafplaats, het aangeven op het graf. Van een inspanning hieromtrent is tot nu toe niets gebleken.
De mededeling aan belanghebbenden dient conform het bovenstaande artikel 27a van de Wet op de lijkbezorging te worden verzonden in de periode 6 tot 12 maanden voor afloop van de 10-jaars grafrecht periode. Zoals hierboven is beschreven is aan deze eis niet voldaan.
Uit de formulering uit de Wet volgt, dat een mededeling verstrekt buiten het aangegeven tijdstip, als
niet gestuurd beschouwd mag worden.
Het nalaten om een schriftelijke mededeling te sturen op het in de Wet aangegeven tijdstip, kan dan
ook niet worden hersteld.
3
Brief aan college vann B&W, 18 augustus 2011
Het gevolg voor de gemeente van het niet voldoen aan dit wetsartikel is dat het grafrecht in stand blijft
en niet verloopt.
5. Tussenconclusie 1.
Voor alle algemene graven in de gemeente Terneuzen, waarbij de gemeente Terneuzen nalaat om te voldoen aan het Wetsartikel 27 a, blijven de grafrechten in handen van de rechthebbenden. Het niet doen uitgaan van de schriftelijke mededeling kan niet hersteld worden en voor de graven geldt vervolgens een grafrust voor onbepaalde tijd.
Particuliere graven.
Ook aan de grafrechten van particuliere graven die door de gemeente als verlopen worden verklaard, wordt in de Wet op de lijkbezorging eisen gesteld. Onderstaand is artikel 28 opgenomen. In lid 1 , 2 en 3 zijn de stringente eisen geformuleerd, waaraan de gemeente zich voorafgaande aan het verlopen
van de grafrechten moet houden.
De gemeente heeft een termijn van 1 jaar (van 2 jaar voor het verstrijken tot 1 jaar voor het verstrijken
van de datum) om mededeling te doen aan belanghebbenden dat het grafrecht zal eindigen. Een
bijzonderheid is dan, dat bij geen reactie van de rechthebbenden binnen 3 maanden, de gemeente de
mededeling op het graf en op de ingang van de begraafplaats achterlaat.
Ook hier is de gemeente geboden, zich strikt aan dit artikel te houden. Bij het niet voldoen aan de in het artikel aangeduide tijdslimieten, zal het gevolg zijn, dat de mededeling niet gedaan is.
Ook hier geldt, dat het niet herstelbaar is.
Dus een mededeling op een later tijdstip kan als niet verzonden beschouwd worden en de grafrechten blijven onverminderd in stand bij de rechthebbenden. Ook hier kunnen we tot de conclusie komen dat vanaf het moment dat – welke in de wet is aangeduid om belanghebbenden te berichten en dit berichten is nagelaten – de grafrust vervolgens voor onbepaalde tijd is.
6. Tussenconclusie 2.
Zoals bovenstaand is weergegeven, is de gemeente geboden om zich strikt aan de in de Wet omschreven termijnen te houden.
Het niet naleven van dit artikel gaat direct ingrijpen op de actuele situatie bij het verlengen van de grafrechten.
Op dit moment is de gemeente belanghebbenden, van wie de grafrechten verlopen zijn aan het informeren dat zij nu de mogelijkheid hebben om grafrechten te verlengen.
Dit is ook één van de onderwerpen van het wijzigingsvoorstel op het onderhavige raadsbesluit. In dit
kader zouden al grafrecht verlengingen zijn verleend .
Zoals blijkt, zijn de grafrechten niet verlopen bij het niet voldoen aan de eisen zoals omschreven in
artikel 28 lid 1, 2 en 3 en kan er dan ook van verlenging geen sprake zijn.
Artikel 28
1. Een uitsluitend recht op een graf, welke vorm aan dit recht ook wordt gegeven, kan uitsluitend schriftelijk worden gevestigd. Het recht kan voor onbepaalde tijd of voor een bepaalde tijd van ten minste tien jaar worden verleend.
Het voor bepaalde tijd verleende recht wordt op verzoek, mits gedaan binnen twee jaar voor het verstrijken van de termijn, telkens verlengd, met dien verstande dat de houder van de begraafplaats kan bepalen dat een periode van verlenging niet korter is dan vijf jaar en niet langer is dan twintig jaar. Het uitsluitend recht op een graf is geen registergoed.
2. Binnen een jaar na de aanvang van de termijn waarin verlenging van het recht kan worden verzocht doet de houder van de begraafplaats aan de rechthebbende wiens adres hem bekend is, schriftelijk mededeling van het verstrijken van de termijn en van het bepaalde in het eerste lid.
3. Indien niet binnen drie maanden na verzending van de mededeling, bedoeld in het tweede lid, om verlenging van het recht is verzocht, maakt de houder van de begraafplaats de mededeling bekend bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats, tot het einde van de periode waarvoor het recht was
gevestigd.
4
Brief aan college vann B&W, 18 augustus 2011
7. Resumé.
• De gemeente heeft ten onrechte een besluit over het ruimen van graven betiteld als
beleidsbesluit, waardoor er tegen het besluit geen bezwaar kan worden gemaakt .
• De Wet op de lijkbezorging spreekt in de door ons aangehaalde artikelen over
belanghebbenden. Uit het feit dat de Wet spreekt over belanghebbenden blijkt dat er
betrokkenen zijn wiens belang rechtstreeks bij de genomen beslissing zijn betrokken.
• De genomen beleidsbeslissing is door de gemeente dan ook onterecht niet aangemerkt als
een besluit zoals bedoeld in de Algemene Wet Bestuursrecht, waardoor de mogelijkheid tot
inspraak (onterecht) teniet wordt gedaan.
• De gemeente meent ten onrechte dat graven met verlopen grafrechten zonder meer geruimd
mogen worden. Wij menen dat het besluit om graven te ruimen alleen betrekking kan hebben
op personen welke begraven zijn, nadat het onderhavige besluit genomen is. Zij (of hun
nabestaanden) zijn er dan van op de hoogte, dat een keuze voor een algemeen graf kan
betekenen dat hun graf na 10 jaar geruimd gaat worden.
• De gemeente communiceert dat er op haar begraafplaatsen 7.000 graven liggen met verlopen
grafrechten. Daarmee gaat zij er vanuit dat de rechten automatisch verlopen na het verstrijken
van de daarvoor bekende termijnen.
• Uit de Wet op de lijkbezorging blijkt dat er pas sprake kan zijn van verlopen grafrechten
nadat de gemeente aan haar wettelijke verplichting heeft voldaan. De wettelijke verplichting
is; belanghebbenden in kennis te stellen van het verlopen van het grafrecht. In de van
toepassing zijnde artikelen uit de Wet op de lijkbezorging zijn hiervoor heldere procedurevoorschriften
beschreven.
• Vooralsnog hebben wij geen signalen gekregen dat de gemeente actief invulling geeft aan de
in de Wetsartikelen opgelegde verplichtingen.
• Wij concluderen dat de gemeente voor de meeste van de door haar genoemde 7000 graven,
er onterecht vanuit gaat dat grafrechten verlopen zijn.
8. Onze slot conclusie.
Wij komen (wederom) tot de conclusie dat het raadsbesluit van 27 januari 2011 ten onrechte is
genomen.
Bij het nu voorliggende wijzigingsvoorstel gaat het college er nog steeds vanuit, dat er op 27 januari
2011 een rechtsgeldig raadsbesluit is genomen.
Met het ingediende bezwaarschrift, met de toelichting op hoorzittingen en met bovenstaande reactie,
menen wij voldoende te hebben aangetoond dat de rechtsgronden ontbreken aan het raadsbesluit van
27 januari 2011 en daarmee ook aan het nu voorliggende wijzigingsvoorstel.
Wij blijven van mening, dat het voorstel van 27 januari 2011 moet worden terug genomen en dat het
nu voorliggende wijzigingsvoorstel niet in behandeling mag worden genomen.
Wij behouden ons het recht voor, om het uitvoeren van het besluit te doen stopzetten, door het
aanvragen van een voorlopige voorziening bij de rechtbank.
Namens de bezwaarmakers tegen het besluit ruimen van graven in de gemeente Terneuzen
Simon de Pooter, 19 augustus 2011.

Aan de gemeenteraad van de gemeente Terneuzen
t.a.v. de griffier
Postbus 35
4530AA Terneuzen
Hoek , 8 maart 2011
onderwerp: Bezwaarschrift tegen het besluit van 27 januari 2011
Geachte raad,
Hierbij tekenen wij bezwaar aan tegen het besluit punt 12a van de raadsagenda van de gemeenteraad van 27 januari 2011, uw kenmerk 27637 (het besluit) en 27636 (overwegingen ). Het onderhavige besluit is een wijziging op het begraafplaatsenbeleid in de gemeente Terneuzen.
De wijziging komt er in het kort op neer, dat de burgers van de gemeente Terneuzen er rekening
mee moeten houden, dat bij begraven in een algemeen graf, de algemene graven na tien jaar
geruimd worden. Dit besluit geldt in het bijzonder ook bestaande graven.
Van dit besluit is een kopie bijgevoegd.
Inspraak.
In het besluit van de gemeente is niet aangegeven op welke wijze inspraak mogelijk is. In dit bezwaarschrift willen we dan ook apart aandacht aan besteden aan dit onderwerp. Het indienen van een bezwaarschrift is mogelijk als er sprake is van een besluit. Om de mogelijkheid voor het indienen van een bezwaarschrift te onderbouwen is in deze alinea dan ook apart aandacht besteed aan de definitie van het besluit- begrip in de Algemene wet bestuursrecht.
Besluit.
De definitie van de term ‘besluit’ is weergegeven in artikel 1:3 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht: Deze definitie luidt als volgt:
“Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.”
Schriftelijke beslissing
Er is sprake van schriftelijk vastgestelde besluitvorming. Aan deze eis is voldaan.
Bestuursorgaan
De beslissing is vastgesteld door de gemeenteraad. Aan deze eis is dan ook voldaan.
Publiekrechtelijke rechtshandeling
Er is sprake van een publiekrechtelijke handeling aangezien de gemeenteraad een beslissing heeft
genomen vanuit haar publiekrechtelijke bevoegdheid. Er is sprake van een rechtshandeling op het
moment dat er sprake is van een rechtsgevolg. Deze rechtsgevolgen zijn zoals hieronder is
aangegeven aanwezig.
Het bestreden beslissing van de gemeente is geformuleerd in de vorm van algemeen geldend beleid
ten aanzien van het gebruik van graven. Het voorgenomen beleid leidt echter tot concrete
rechtsgevolgen voor het gebruik van graven. Deze rechtsgevolgen bestaan onder meer uit de
volgende effecten:
• De beslissing is geformuleerd in de vorm van algemeen beleid, maar leidt tot directe en
concrete gevolgen voor concrete gevallen;
• Het beëindigen van grafrechten heeft concrete gevolgen voor de gebruiksrechten;
• De beslissing van de gemeenteraad leidt tot de concrete uitvoering van de ruiming van
graven. Hierdoor worden de betrokkenen direct geraakt in hun recht om de graven te
kunnen bezoeken.
Door de concrete beslissingen van deze graven te verwoorden in de vorm van algemeen beleid lijkt
er geen mogelijkheid te bestaan voor het indienen van een bezwaarschrift. Met het bovenstaande
menen we aangetoond te hebben, dat het besluit wel voldoet aan de eisen zoals weergegeven in de
Algemene wet bestuursrecht artikel 1:3 lid 1.
Belanghebbenden.
Al de ondertekenaars zijn belanghebbenden. Zij hebben allen familieleden welke begraven zijn op
de gemeentelijke begraafplaatsen.
Vervolgens willen we ingaan op het besluit en daarbij onze bezwaren aangeven.
1. Overgangsbeleid.
Hoewel u zich bewust bent van de zware ingreep op het bestaand beleid is er geen
overgangsregeling in het besluit opgenomen.
Naar onze mening is een overgangsregeling van toepassing omdat hier sprake is van een
ingrijpende beleidswijziging .
In de bestaande regeling is vastgesteld dat de grafrechten voor 10 jaar gelden en dat
daarna de rechten vervallen. Bestaande praktijk is echter, dat de graven in een lengte van
jaren in stand worden gehouden. Daardoor is bij de bevolking de verwachting gewekt, dat
het graf (met grafmonument) langdurig in stand blijft.
Verder kan gesteld worden, dat er over het verlopen van het grafrecht na 10 jaar weinig
bekend is bij de gemiddelde burger. Immers, gebruik is dat e.e.a afgehandeld wordt met de
gemeente, ten tijde van de begrafenis.
Daarom had u bij de aanname van dit besluit voor alle begravingen tot en met 27 januari
2011 een overgangsbeleid moeten formuleren.
Immers de burgers mogen rekenen op een betrouwbare overheid, welke verwachtingen
welke gewekt zijn, (vooral ook bij overledenen) met dit raadsbesluit niet teniet mag doen.
2. Motivatie van het besluit.
Dragend motief van uw besluit, is de (vermeende ) oneerlijkheid tussen wel en niet
betalende rechthebbenden
Als u meent dat mensen de handelswijze van de gemeente oneerlijk vinden, mag er vanuit
gegaan worden dat meest voor de hand liggende oplossing wordt gekozen om deze
oneerlijkheid op te heffen. Dit is ons inziens de mogelijkheid te openen om nabestaanden
alsnog de kans te geven om de grafrechten te verlengen en dit dan ook te bekostigen. Ook
zouden de nieuwe gevallen bij een algemeen graf op dezelfde wijze behandeld kunnen
worden als de particuliere eigenaren en zou de mogelijkheid geboden moeten worden om
voor de algemene graven langer lopende grafrechten overeen te komen.
Wat u als overheid echter diskwalificeert, is, dat u het probleem terug brengt naar een platte
centen kwestie en vermeende jaloezie. Wij gaan er echter vanuit dat dit nooit een argument
mag zijn om deze ingrijpende maatregelen over zo’n delicaat onderwerp er door te drukken.
3. Ruimtegebrek.
Een belangrijke motief voor de beleidsverandering is ruimte gebrek.
Dit zal inderdaad voor enige begraafplaatsen gelden. Maar er zijn ook begraafplaatsen waar
geen urgent ruimte gebrek is. Daarom is het een argument wat maar gedeeltelijk
steekhoudend is.
Ook is in het stuk te lezen dat de gemeente willens en wetens deze (nood) situatie heeft
doen ontstaan, door de aanleg of uitbreiding van begraafplaatsen niet in overweging te
nemen. Naar de reden van deze nalatigheid kan gegist worden, maar het gevolg is wel dat
de burgers hiervan het slachtoffer worden. Dit zou ook voor de bestuurders de aanleiding
moeten zijn om dit verzuim zo snel mogelijk goed te maken.
4. Wennen aan het ruimen van graven.
Bij de conclusie van blz. 9 van de overwegingen, noemt men als voordeel van het nieuwe
beleid dat de mensen er aan gaan wennen dat graven geruimd worden en dat het daardoor
een minder beladen onderwerp zal worden. ( Men is zich er kennelijk van bewust, dat e.e.a
wel heel wat weerstanden oproept!). Af te vragen is of de gemeente in deze de juiste partij
is om de mensen aldus op te gaan voeden.
Met deze opvatting wordt immers volledig voorbij gegaan aan het gegeven, dat er altijd een
betekenisvolle groep nabestaanden zullen blijven, die met zo’n ruimingsbeleid niet kunnen
leven. Ook zal er een grote groep mensen zijn welke het alternatief – een particulier graf –
niet kunnen bekostigen.
5. Grafmonument.
De wijze waarin met grafmonumenten omgegaan gaat worden, doet geen recht aan de
functie van een grafmonument. In het gepresenteerde lijkt het dat het grafmonument maar
een functie heeft als aanduiding van de plaats waar iemand begraven is.
Veel belangrijker is echter de functie als gedenkmonument.
Veel nabestaanden maken gebruik van de mogelijkheid om deze plaats te bezoeken en er
eventueel bloemen of planten op te zetten. Hierbij heeft dat niet alleen waarde voor de
direct nabestaanden maar kan dit ook voor klein- en achter – kleinkinderen waardevol zijn.
Ook is deze steen in de meeste gevallen van natuursteen en kan daardoor de tand des tijds
doorstaan en heeft niet voor niets eeuwigheidswaarde.
De suggestie welke gedaan wordt, om de verwijderde grafsteen in eigen tuin of anderszins
mee naar huis te nemen, is ook weer een complete miskenning van de functie van het
grafmonument. Het grafmonument is maar functioneel als het op de plaats van het graf
staat.
Overigens, heeft minister Donner onlangs nog bevestigd, dat het eigendom van het
grafmonument altijd bij de nabestaanden blijft. Het beweerde onderaan blz 6 (… niet
verwijderd dan wordt het eigendom van de gemeente en wordt deze afgevoerd en
vernietigd.) is in strijd met de deze (recente) uitspraak van de minister.
6. Geen financiële onderbouwing.
Bij de financiële afweging wordt de stelling geponeerd, dat ruimen goedkoper is als nieuwaanleg
of uitbreiding . De enige kostenpost die hierbij opgevoerd wordt, is de kosten post
voor het daadwerkelijk ruimen Verder ontbreekt er echter een financiële onderbouwing
van deze stelling.
Een echte kostenbegroting waarin alle kosten worden meegenomen, zou echter veel anders
kunnen uitvallen als hier wordt gesteld.
Resumé.
De gemeente Terneuzen gaat haar beleid m.b.t begraafplaatsen resoluut aan passen. Hierbij wordt
op geen enkele wijze rekening gehouden met de bestaande praktijk en gewekte verwachtingen en
is er geen overgangsregeling.
Ook wordt er op geen enkele wijze rekening gehouden met de verschillen welke er te onderkennen
zijn op de begraafplaatsen in verschillende kernen.
Verder meent men oneerlijkheid te ontdekken tussen de verschillende soorten graven. Om deze
oneerlijkheid op te heffen door mensen de gelegenheid te bieden om ook voor de verlenging van de
grafrechten van algemene graven alsnog grafrechten te betalen, wordt geen mogelijkheid geboden.
Opvallend ten opzichte van andere begraafplaatsen in den lande, is ook de uiterst korte termijn
welke men wil gaan hanteren. Tien jaar is veel te snel. In landelijke publicaties is te lezen, dat een
keuze voor een langere termijn alleszins is aan te raden.
Conclusie.
Ondergetekenden stellen vast, dat gelet op het bovenstaande, het bestreden besluit niet in stand
kan blijven en verzoekt het besluit te herroepen en in plaats hiervan een nieuw besluit te nemen
waarin bovengenoemde punten zijn verwerkt.
Uiteraard zijn we bereid ons bezwaar mondeling toe te lichten.
Tenslotte.
Graag ontvangen wij van u een ontvangstbevestiging. Alle correspondentie over het bezwaarschrift
willen we ontvangen op onderstaand adres.
S.C. de Pooter

Over van Gremberghe

Journalist en internetondernemer. Verslaggever in algemene dienst. Schrijft over Zeeland, Neder- en buitenland. Over wat wel en niet gebeurt, over reizen en soms over gewone mensen. Immer gedreven en oprecht, voor zover daar sprake van kan zijn.
Dit bericht is geplaatst in DAAR : Zeeuwse zaken, HIER ; Zeeuws-Vlaamse zaken met de tags , , , . Bookmark de permalink.

3 reacties op Het leed dat ruimen heet

  1. Michiel Groeneveld schreef:

    Men had zich het hiernamaals blijkbaar anders voorgesteld…………

  2. J.P.Wolfert schreef:

    Ik onderschrijf uw bezwaar t..a.v. het ruimen van graven in Terneuzen en Hoek
    In mijn geval ligt het belang bij de oude begraafplaats te Hoek.
    Ik heb daar reeds per mail over gecorrespondeerd met de heer A.Haak van de gemeente Terneuzen en wacht op antwoord.
    Indien mogelijk wil ik van de verdere ontwikkeling op de hoogte worden gebracht

    met dank en groet,
    Jacques Wolfert

  3. jc michielsen schreef:

    MIJN VADER,……(mijn vehaal)
    Hij hied zoveel van z,n geliefde biervliet dat de heimwee hem ook fataal is geworden,
    mijn vader moest in de oorlog naar denhaag en heeft in het rode kruis ziekenhuis mijn
    moeder leren kennen er kwamen 4 kinderen dus was het wonen in denhaag en ging werken in het millitaire hospitaal waar hij 25 jaar trouwe dienst deed en daarna zo graag naar z,n biervliet terug wilde met mijn moeder genieten van z,n oude dag maar de zorgen in een stad met stadse vrouw en kinderen heeft mijn vader met z,n eenvoudige zeeuwse aard kapot gemaakt hij overleed op 53 jarige leeftijd aan een hartstilsstand midden in de stad denhaag zo triestweet dat hij altijd zei als ik dood ga anneke wil ik op mijn eigen grond liggen bij mijn ouders mijn opoe en opa echte zeeuwe uit de havenstraat 14 zij waren cornelis michielsen en sara de jonge.
    weet dat mijn vader elk jaar in de zomer op z,n brommertje naar biervliet ging dat was z,n gelukkigste dag .
    Wij hebben ons vader daarom naar biervliet gebracht en z,n laatste rustplaats gegeven op de oude begraafplaats beukelstraat waar hij het gelukkigst was .
    kreeg laatst te horen van een vriend uit biervliet dat het geruimd gaat worden wat eigelijk niet meer zou gebeuren dat oude gedeelte zou zo blijven ben er erg van geschrokken want wat moet ik nou was pas 19 jaar toen ik mijn vader verloor .
    het is dat ik door terneuzen op de hoogte gesteld had moeten worden ze kunnen zo nagaan dat in denhaag familie woont .
    hoop de kommende weken naar biervliet te komen om alles te regelen wat nog kan maar zal er geen vrede mee hebben dat mijn vader z,n rust nog niet heeft zelfs op z,n geliefde plekje niet en mijn poe en opa en al mijn andere familie die daar liggen zo ben je ineens je roots kwijt die daar liggen voor mij .
    heb als kind ook lang in biervliet gewoond bij opa dus heeft het een bijzonder plekje in ons hart dat mooie kleine dorpje.
    met dank aan deze site dat ik mijn verhaal kwijt kan .
    Groetjes van anneke michielsen.

Reacties zijn gesloten.