Onwil in het onderwijs

Vandaag melden de kranten dat de middelbare scholen in Zeeuws-Vlaanderen de gevolgen van een krimpende bevolking beginnen te merken. Bij de Rede in Terneuzen en het Reynaertcollege in Hulst zijn voor het komend schooljaar dertig brugklasleerlingen minder ingeschreven dan vorig jaar rond deze tijd. In West-Zeeuws-Vlaanderen bleef het aantal nieuwe leerlingen gelijk en bij het Zeldenrust-Steelantcollege kon er zelfs nog een klein plusje genoteerd worden. Een plusje dat deels veroorzaakt wordt door nieuwe leerlingen uit Vogelwaarde en omgeving. Dramatisch is het allemaal nog niet, maar wie de gemeentelijke demografische gegevens voor de komende jaren erbij zou nemen zou alras zien dat voor de nabije toekomst dat plussen tot het verleden zal behoren, tenzij men – zoals nu ook gebeurt – in elkaars vijver gaat zitten vissen, want laten we wel wezen die paar leerlingen uit Vogelwaarde die straks dagelijks naar Terneuzen fietsen zouden best wel eens volgend jaar weer naar Hulst kunnen gaan. Dat gaat daar in dat dorp – en in spreek uit ervaring – op en af. Het ene jaar blijkt Terneuzen meer in trek, het andere Hulst. De afstand speelt dan geen rol, hooguit de voorkeuren van leerlingen en ouders.

De komende jaren keldert het aantal voor handen zijnde scholieren in Zeeuws-Vlaanderen tussen de acht en vijftien procent afhankelijk van de kern waarin ze wonen. Alle scholen krijgen dus te maken met krimpvesrchijnselen. Je zou dan ook denken dat de scholen de koppen bijeen steken om op zijn minst de voorzieningen en opleidingen op peil te houden, maar niets is minder waar. Van samenwerking is amper sprake, eerder van tegenwerking. En meningsverschillen over toekomstig beleid laten hun sporen na, maar daar wordt gemakshalve niet meer aan gerefereerd door de scholen. Kijk eens naar de leiding van de instituten, de top is – met uitzondering van het Zwincollege – overal gewijzigd de laatste jaren. Het Zeldenrust-Steelantcollege had zelfs moeite om een nieuwe rector te vinden het afgelopen jaar.
Deze laatste school, met een harde protestante kern in bestuur en achterban, heeft de voorbije jaren een samenwerkingsverband met andere schoilen danig gefrustreerd, net als overigens in het verleden toen de vorming van de huidige school op de rol stond. Het Zeldenrust laat de signatuur van de school prevaleren boven toekomst van goed middelbaar onderwijs in de regio en dat kan voor de komende jaren wel eens een funeste insteek blijken te zijn.
Het feit dat er een schrijnend gebrek aan eensgezindheid is in onderwijsland bezuiden de Westerschelde zal zich het komende jaar nog doen gevoelen. Het ROC Westerschelde heeft in eerste instantie nog gehoopt op een brede samenwerking in Zeeuws-Vlaanderen, maar deze hoop bleek ijdel. Gevolg is dat het ROC volgend jaar samen met ROC Zeeland een instituut wordt, dat er meer dan 20 banen verdwijnen, meer dan veertig opleidingen en er een instelling van start gaat met een exploitatietekort van miljoenen. Komt nog bij dat in 2012 tientallen medewerkers van Walcheren en de Bevelanden dagelijks op en neer naar Terneuzen moeten, omdat de overheden en schoolleiding van het ROC Terneuzen bedongen hebben dat het hoofdkantoor van het nieuwe ROC Zeeland in Terneuzen komt. Nou ja, bedongen – de lokale overheden – wij burgers dus – betalen voor die grap tonnen. Een en ander brengt mij tot de conclusie dat de Zeeuwse onderwijsautoriteit tot op heden zonder enige autoriteit in onderwijsland aan het scharrelen geweest is. Per saldo gaat het onderwijs er niet op vooruit. Zijn de bestaande scholen vere van toekomstbestendig en ziet de toekomst voor het regionale onderwijs er niet echt florissant uit.

Over van Gremberghe

Journalist en internetondernemer. Verslaggever in algemene dienst. Schrijft over Zeeland, Neder- en buitenland. Over wat wel en niet gebeurt, over reizen en soms over gewone mensen. Immer gedreven en oprecht, voor zover daar sprake van kan zijn.
Dit bericht is geplaatst in DAAR : Zeeuwse zaken, HIER ; Zeeuws-Vlaamse zaken met de tags , , , . Bookmark de permalink.